Erkenning van gevoelens
Eef Broek
Wat zeg je tegen je huilende dreumes die in de speeltuin wil blijven en het wordt al donker buiten? Hoe moet je reageren op je kind als hij woedend is omdat hij niet achter de computer mag? Wat doe je als je ziet dat je dochter van zes haar broertje van één een mep geeft?
We pakken onze dochter bij de arm: “kun je wel tegen je broertje! Je mag hem niet slaan!” Waarop je mokkende dochter je een uur boos blijft aankijken. Tegen het kind dat graag wil computeren zeggen we: “je weet dat je op schooldagen niet mag, punt uit.” Als hij dan nog bozer wordt sturen we hem naar zijn kamer en zeggen: “kom maar weer terug als je afgekoeld bent”. Onze huilende dreumes in de speeltuin tillen we op: “we gaan naar huis, we moeten eten.” Als hij begint te gillen, zeggen we het nog maar een keer. En nog een keer, terwijl we hem geïrriteerd in zijn autostoel zetten, wensend dat we oordoppen hadden voor de rit naar huis.
Na dit soort situaties duurt het lang voordat iedereen weer lekker in zijn vel zit. Door je reactie is de boosheid of het verdriet van je kind niet verdwenen maar versterkt. Hij voelt zich afgewezen. Hij leert dat hij fout is door zich zo te voelen. Eigenlijk zou hij zich ervoor moeten schamen. Hij leert dat de enige manier om met zijn boosheid of verdriet om te gaan is het te onderdrukken. Dan mag hij weer meedoen en wordt hij weer geaccepteerd door de ouders waarvan hij afhankelijk is. Het moeten inslikken van gevoelens veroorzaakt wrok. Die wrok hoopt zich op om er later uit te komen in extremere vorm: zelfdestructief of agressief gedrag.
Kinderen kunnen niet alles krijgen wat ze willen, niet alles gebeurt op de manier zoals zij het bedacht hebben. Als een kind hierover zijn verdriet of boosheid uit denken we: hij moet leren dat het niet zo werkt in deze wereld. Hij moet toch weten dat er grenzen zijn? We willen een sociaal aangepast kind dat geaccepteerd wordt door zijn omgeving. We zijn bang dat dit niet zal gebeuren als hij boos of verdrietig is omdat dit emoties zijn die we niet aan elkaar behoren te laten zien. Zijn boosheid steekt onze lont aan en we worden zelf boos. En dat voelt niet goed.
Maar wat dan? Hoe kun je een kind helpen bij het accepteren dat niet alles kan gaan zoals hij het wil? Ik was heel blij toen ik het antwoord hierop vond in de boeken van o.a. Thomas Gordon en Adele Faber & Elaine Mazlish, en door gesprekken op de AP-mailinglist. Daarvóór was het vooral onbevredigend aanmodderen.
Je kunt je kind helpen door het erkennen en benoemen van àlle behoeften die hij heeft, èn de emoties die hij ondergaat als deze niet vervuld kunnen worden. Als je je probeert in te leven in hoe het is voor hem om nu niet te krijgen wat hij nodig heeft lijken die boosheid en dat verdriet opeens veel logischer voor jou. En als hij merkt dat hij begrepen wordt is hij beter in staat te accepteren dat wat hij wil niet mogelijk is op dit moment. Als hij uiting mag geven aan zijn emoties zonder dat deze worden veroordeeld hoeft hij niets te onderdrukken. Hij zal hierdoor sneller bereid zijn te accepteren wat niet kan. Hij zal de redelijkheid ervan eerder leren aanvoelen (vooropgesteld dat het redelijk is) omdat er geen wrok in de weg zit.
Tegen je kind van anderhalf dat nog geen honger heeft en nog niet klaar is met de glijbaan kun je eerst van te voren aangeven dat jullie weg gaan. En als het tijd is om te gaan en hij wordt verdrietig kun je zeggen: “je wilt nog graag blijven hè? Je vindt het jammer dat we weg moeten. Daar wordt je verdrietig van.” Hij mag best verdrietig zijn om die glijbaan. Mijn ervaring is dat vanaf het moment dat mijn kind mijn erkenning krijgt zijn verdriet wegebt. Er komt niet meer verdriet bij doordat zijn moeder hem niet snapt of wil snappen.
In het voorbeeld van het kind dat wil computeren kun je kijken naar wat er achter zijn plotselinge woede zit: waarom accepteert hij een oude regel opeens niet meer? Onze zoon had een vriend die ‘altijd’ mocht computeren. In plaats van : “Iedereen heeft andere regels”, wat ik normaal gesproken zou zeggen, probeerde ik: “Vind je het oneerlijk dat hij wel zoveel mag en jij niet? Dat kan ik me wel voorstellen, dat je dat zo voelt”. Ik dacht zelf aan hoe oneerlijk het soms voor mij voelt als ik door een villawijk rijd en ik kijk naar die schitterende tuinen met plaats voor een boomhut. Mijn zoon reageerde duidelijk anders: zijn boosheid nam af en hij liet zich troosten. Normaal zou hij met deuren gegooid hebben, en zou het een tijd geduurd hebben voordat hij weer aanspreekbaar was.
Tegen de dochter die haar kleine broertje pijn doet kun je, terwijl je de kleine troostend op je arm neemt, zeggen: “goh, jij bent boos! Je wilt graag de vloer vrij hebben om te spelen met je treinbaan, en je broer loopt er steeds doorheen hè? Dat wil je niet. Daarom werd je boos.” En tegen broer : “jij wilt graag meespelen met je zus, met die mooie trein. Zullen we samen gaan kijken?”
Mijn oudste was vier toen ik in aanraking kwam met het principe van het erkennen van behoeften. Toen ons tweede kind in de peuterleeftijd kwam merkte ik bij haar een groot verschil ten opzichte van onze zoon met betrekking tot de duur van de driftbuien die zo normaal zouden zijn rond deze leeftijd. Natuurlijk kwamen ze ook voor bij onze dochter, maar het erkennen scheelde heel veel. Ik had steeds het gevoel dat ik in contact bleef met mijn kind, dat ik betrokken was.
Door het erkennen van zijn behoeften geef je nog iets heel belangrijks mee aan je kind: je leert hem woorden te geven aan zijn gevoelens. Ik zie dat mijn kinderen zichzelf en hun behoeften daardoor beter leren begrijpen. Ze weten vaak goed wat ze nodig hebben. Wat ik ook heel mooi vind om te ervaren is dat ze door de erkenning die ze zelf krijgen inlevingsvermogen naar anderen ontwikkelen. Ze gaan van zichzelf dingen herkennen in de wereld om hen heen.
Van alle ontdekkingen die ik als moeder heb gedaan is de allermooiste toch wel het mogen erkennen van gevoelens geweest. Niet alleen blijdschap, maar juist ook boosheid en verdriet. Achteraf gezien, nu het een deel van ons leven is geworden, lijkt het vreemd dat ik wat zo voor de hand ligt niet zelf kon bedenken.
Verder lezen o.a.:
Thomas Gordon – Luisteren naar Kinderen
Adel Faber & Elaine Mazlish – Liberated Parents, Liberated Children
en Siblings without Rivalry (vertaald naar “Samen opgroeien”)
Marshall Rosenberg – Geweldloze Communicatie: Ontwapenend en doeltreffend
Eerder verschenen in Nieuwsbrief Natuurlijk Ouderschap nr 13, 2003
Niet alleen als Gordontrainer onderschrijf ik je verhaal volledig, maar ook als moeder van 2 kinderen van 9 en 10 jaar heb ik vaak mogen ervaren hoe anders de reactie van mn kin is wanneer ik zijn of haar behoeftes erken.
Wel wil ik de kanttekening maken dat bij sommige kinderen die erkenning heftig kan aankomen.
Zie bijv. het Explosieve kind van Ross Greene.
Verder sluit het verhaal ook helemaal aan op het gedachtengoed van Aletha Solter: het valideren van gevoelens + laten ontladen van het kind, maakt dat het juist wél met emaoties leert omgaan.
In tegenstelling tot waar men huiverig voor is, wanneer de emaoties hoog opspelen…
Met open mond in één ruk gelezen. Geweldig artikel. Ik herken me zelf hier in, helemaal. En ik ben 42 jaar oud nu…
Juist heb ik afgelopen weekend met hulp van een heldervoelende, zelf deze stap kunnen maken en ben ik tot begrip gekomen. Lokaliseren van het probleem is dus ook gelijk de oplossing ervan, zei hij al, en dat onderschrijf ik.
Ik leerde, dat 3/4 van wat ik deed, zei of wilde, tot mijn achtste levensjaar, als verkeerd gedrag werd bestempeld. En dat de godganse dag door. Daar wordt je letterlijk en figuurlijk gestoord van. En giftig kwaad zelfs, want je stopt het weg voor jaaaaaren maar komt er altijd uit, en hoe! Relaties met wie dan ook wilden nooit lang goed gaan, die gif kwam er altijd uit.
“Dat is de echo van dat verleden, waarin je je volgens je opvoeders niet hoefde te schamen voor je bestaan, maar je je wel diende te schamen voor je gedrag – en dat voor 3/4 van wat je probeerde per dag en dat tot je achtste. Dan gaan ze er nog wel mee door maar dan ben je al opgesloten in jezelf. Als je dan later respect voor iemand hebt – lees: weinig zelfrespect wat leidt tot overrespect voor de ander – ja dan kan je er op wachten dat je giftig kwaad op jezelf gaat worden op den duur
en dat projecteer je dan.
Dus eigenlijk ben je dan 5 of 6 jaar en zeg je je ouders de waarheid
zo van: ma zo wens ik niet opgevoed te worden
en pa: sta eens op tegen dat vermoorden van mijn eigen visie door ma
all in the game”
Zo zit dat dus. Ik ga met een weer lichtere rugzak door het leven, wat mijn werk als health coach absoluut ten goede komt.
Je kunt mij vragen wie die begeleider is geweest die mijn ziel hoorde en mij eindelijk hielp mezelf te bevrijden van deze oude kwelling.
Robert Jan Simons 06 3020 1260
[…] https://www.natuurlijkouderschap.org/erkenning-van-gevoelens/ Categorieën […]
[…] Een mooi stuk tekst met wat voorbeelden is de volgende: https://www.natuurlijkouderschap.org/erkenning-van-gevoelens/ […]