Te vroege kinderopvang schaadt voor het leven
Jan Peeters
Terwijl het ook voor Nederlandse moeders steeds moeilijker zal worden hun kinderen zelf groot te brengen, heeft in Groot-Brittannië een groep eminente wetenschappers ernstige bezwaren geuit tegen kinderopvang tot drie jaar.
Maar liefst 110 in het Verenigd Koninkrijk werkzame wetenschappers, psychologen, artsen en andere deskundigen willen zo snel mogelijk een nationaal debat over de vraag of kinderen onder de drie jaar wel door anderen grootgebracht mogen worden dan mensen uit de directe en vertrouwde omgeving.
“Gelijkmatige en continue zorg door een vertrouwde persoon is de sleutel voor een veilige en koesterende omgeving voor kleine kinderen”, aldus een brief waarmee de deskundigen zich onlangs tot de Britse krant Daily Telegraph hebben gewend. “Onderzoek wijst erop dat wanneer dit ontbreekt gedragsproblemen kunnen ontstaan.”
De deskundigen vrezen dat door het jongste overheidsinitiatief voor meer kinderopvang, meer ouders hun kinderen “in een situatie zullen brengen die mogelijk niet ten goede komt aan hun emotionele behoeften”.
Kinderopvang thuis: de manier waarop de moeder met het kind omgaat, bepaalt of het kind zich ook echt geborgen voelt.
‘Sociaal misvormd’
Initiatiefnemer is Sir Richard Bowlby, zoon van Sir John Bowlby, die in de jaren vijftig de ‘hechtingstheorie’ ontwikkelde. Hij schreef een compacte samenvatting van zijn idee en stuurde die aan dertig ’s werelds meest vermaarde experts, die merendeels met hem instemden.
“Ik zeg niet dat alle kinderopvang slecht is en iedere moeder het goed doet. Maar het is voor een dagopvang moeilijker de benodigde omgeving te creëren dan voor een moeder, een vader of grootouder of andere verzorger.”
Hij krijgt bijval van psycholoog en opvoedkundige Steve Biddulph, die kinderopvang beneden de twee jaar ongeschikt vindt voor de hersenontwikkeling. “De gezonde ontwikkeling van de hersenschors van het kind hangt af van liefdevolle een-op-een zorg, maar we hebben nog nooit een economie of regering gehad die zo weinig waarde hecht aan liefde.
Het is economisch gezien verstandig om jonge ouders meer tijd voor de opvoeding te geven omdat het voorkomt dat straks sociaal misvormde jonge mensen onze scholen, straten en werkplekken vullen.”
“Wat wij nodig hebben zijn rustige, zorgzame mensen die zich kunnen hechten en nabij kunnen zijn. Wij kweken precies het tegenovergestelde.”
Hechtingstheorie
De hechtingstheorie van John Bowlby gaat ervan uit dat ieder kind voor een normale ontwikkeling behoefte heeft aan één primaire en een of meer secundaire personen aan wie het zich kan hechten.
Die band heeft allereerst de biologische functie bescherming te bieden tegen gevaren die het nieuwe leven bedreigen. Maar zij heeft ook de emotionele functie vanuit vertrouwen de wereld te kunnen verkennen.
De manier waarop de moeder met het kind omgaat, bepaalt of het kind zich ook echt geborgen voelt. Die geborgenheid kan alleen tot ontwikkeling komen als het kind de moederfiguur als werkelijk beschikbaar ervaart. Dat houdt in dat de moeder bereikbaar is en dat zij bereid en in staat is op een adequate manier op de fundamentele behoeften van het kind in te gaan.
De mate van beschikbaarheid van de moeder bepaalt of het kind zichzelf gaat zien als iemand die de moeite waard is of niet. Een veilig gehecht kind heeft geleerd dat die opvoeder te vertrouwen is, dat zij er is als je haar nodig hebt en dat zij je spanningen kan verlichten. Het voornaamste kenmerk van deze opvoeder is dat zij snel en adequaat reageert op de signalen die het kind uitzendt.
Deze theorie is in de afgelopen vijftig jaar tot de meest aangevallen, geprezen en wetenschappelijk onderzochte veronderstellingen gaan behoren. De kans is daarom buitengewoon groot dat die klopt, aldus Sir Richard, die zich sinds 1994 intensief is gaan bezighouden met zijn vaders theorie en de ontwikkelingen die zich daarna hebben voorgedaan.
Eerste en ‘tweede’ keus
Naast de primaire hechtingsfiguur, meestal maar niet noodzakelijkerwijs de moeder, heeft het kind meestal nog enkele mensen met wie het een speciale band ontwikkelt zoals met broers en zussen, opa’s en oma’s, kindermeisjes en in het bijzonder de vader. Een kind dat drie of meer van deze secundaire hechtingsfiguren kent, is vaker beter bestand tegen spanningen en voelt zich beter beschermd.
Volgens Bowlby is er niets aan de hand wanneer kinderen van een half tot tweeëneenhalf jaar enkele uren per dag van hun moeder gescheiden worden als zij worden verzorgd door een persoon die tot de tweede categorie behoort. Wanneer die gelijkmatig, gevoelig en attent zijn, kan dit de sociale en cognitieve ontwikkeling van de peuter ten goede komen. Zoals kinderen vanaf drie jaar vaak profijt hebben van twee tot drie uur in een goede peuterspeelzaal.
Risicofactoren
Hoe natuurlijk dit ook lijkt, toch kampt volgens Bowlby rond 40 procent van de Britse en Amerikaanse peuters met wat men noemt ‘onveilige hechting’. Onveilige hechting wordt algemeen beschouwd als een risicofactor die bijdraagt aan psychische problemen bij kinderen en – later – als volwassenen. Zij zijn emotioneel kwetsbaarder en zijn veel gevoeliger voor scheiding, ook al is het maar een paar uur, van de hechtingsfiguur.
De wereld van de kleintjes gaat helemaal op zijn kop wanneer er geen ouders zijn of deze het kind chronisch verwaarlozen, verslaafd of gewelddadig zijn. Iets minder ernstig zijn depressies, (te) jonge ouders of het ontbreken van vaardigheden. Armoede verergert de zaak alleen maar.
Op zich lijken kinderen het onder deze omstandigheden soms toch goed te doen, maar een combinatie van deze factoren leidt bijna geheid tot latere problemen.
Een ander probleem is wanneer het kind de verzorg(st)er als primaire hechtingsfiguur gaat zien.
Emotionele vaardigheden
Volgens Bowlby heeft dit te maken met de snelle ontwikkeling van de rechterhersenhelft tijdens de eerste dertig maanden. Daar ontwikkelen zich de vaardigheden die nodig zijn voor relaties, emoties en het meevoelen met anderen. De baby en peuter maakt zich deze vaardigheden onbewust eigen door de herhaling. Vandaar dat de constante kwaliteit van de zorg bepalend is voor hun ontwikkeling. Rond het derde jaar begint de linkerhersenhelft aan de groeispurt, wat onder meer te merken is aan de snel toenemende taalvaardigheid en het bewustzijn van tijd.
Stresshormoon
Waar onderzoekers zich steeds meer zorgen over maken is dat bij baby’s en peuters in groepsdagopvang hoge doses van het stresshormoon cortisol worden aangetroffen. Die stof wordt door het lichaam aangemaakt en is nodig om goed te functioneren. Het kind maakt die aan bij lawaai, ruzies of wilde spelletjes, maar ook wanneer het zich te weinig geborgen voelt omdat het zich niet kan hechten aan de verzorger(s). Wanneer het wisselen van verzorgers te vaak gebeurt kan het kind zelfs weigeren zich opnieuw te hechten.
Het bewust regelmatig wisselen van de verzorgers om hechting te voorkomen kan daarmee een risicofactor worden.
Paniek
Baby’s en peuters tussen de zes en dertig maanden voelen zich instinctief onveilig wanneer zij geen ‘tastbare’ bewijzen hebben van de aanwezigheid van hun bekende en vertrouwde hechtingsfiguren, al is het maar geur of geluid.
Zij willen naar hen op zoek en zetten het vaak op een brullen. Wanneer zij na een tijdje in de situatie lijken te berusten, betekent dat niet dat de stress voorbij is, zeker niet wanneer ze zich stil houden of ‘bevriezen’.
Bowlby vergelijkt het gevoel van zo’n klein kind zonder hechtingsfiguur met dat van een kind dat op een strand zijn ouders kwijt is.
Gewenning
Wanneer veilig gehechte kleintjes weer met hun moeder worden herenigd en voldoende aandacht en troost krijgen zodat het cortisolniveau tegen bedtijd is genormaliseerd, kan het kind de volgende dag opnieuw voor enkele uren van zijn moeder worden gescheiden, mits het verzorgd wordt door een secundaire hechtingsfiguur.
Uit onderzoek blijkt dat deze categorie kinderen dit meestal aankan zonder gevolgen op de langere termijn.
Bij ‘onveilig gehechte’ kinderen kan juist het onveiligheidsgevoel ertoe bijdragen dat het cortisolniveau tegen bedtijd en zelfs bij het ontwaken nog steeds hoog is.
Voor het leven getekend
Richard Bowlby noteert een aantal risicofactoren voor baby’s en peuters in de kinderopvang. De eerste is voor veilig gehechte kinderen die geen verzorger hebben als secundaire hechtingsfiguur. Dit is des te dramatischer voor onveilig gehechte kinderen.
Hetzelfde geldt wanneer het weggaan bij de moeder ongevoelig wordt aangepakt. Als er dan ook nog eens geen secundaire hechtingsfiguur is of als er thuis een crisis is, kan het kind volkomen overrompeld worden. “Dat kan resulteren in de emotionele- en gedragsproblemen die wij steeds meer zien. We moeten ons realiseren dat deze risicofactoren het vermogen van kinderen aantasten om zelf stabiele relaties aan te gaan”, aldus Bowlby.
Vanwege de vele risico’s is Bowlby er voorstander van dat ouders zelf beschikking krijgen over een ‘opvanggeld’ en er zo ook voor kunnen kiezen hun kind zelf op te voeden of grootouders of andere vertrouwde personen in te schakelen. “In een samenleving die beide ouders aanmoedigt buitenshuis te werken terwijl hun kinderen nog geen drie zijn, speelt hechtingsgeoriënteerde kinderopvang een cruciale rol in de gezonde emotionele ontwikkeling van onze kinderen.”
© 2006 Katholiek Nieuwsblad
Met toestemming overgenomen.
Eerder verschenen in Nieuwsbrief Natuurlijk Ouderschap nr 17, 2010
Ik ben alleen maar blij met jullie website!
Bedankt voor het verwoorden van wat ik zie en ervaar bij kindjes en waarom ik er voor koos er voor mijn kindjes te zijn.
Wat als je geen keuze hebt?
@Amber: naast kinderopvang is er ook gastouderopvang, kleinschaliger, maar met hetzelfde diploma, dus net zo professioneel, met een kleinere kans op personeelswisselingen.
Wat ben ik blij dat ik tijdens mijn zwangerschap mijn man voor gastouderopvang heb kunnen overtuigen voor de 3 dagen die ik werk.
Ik kan nu na een jaar duidelijk aan mijn kindje merken dat mijn gastouder een een goede stabiele secundaire hechtingspersoon is geworden.
Weet je, voor 100 onderzoeken en bewijzen dat dit schadelijk is, zijn er ook weer 100 tegenonderzoeken die wat anders vertellen. Daarbij geloof ik dus niet dat alle kindjes die onder de 3 naar een opvang gaan, slecht gehecht zullen zijn. Net zo min dat ik geloof dat alle kindjes onder de 3 die bij enkele verzorgers geweest zijn, geen problemen zullen krijgen. Iedereen wil het beste en het meest ideale voor zijn kind, maar een feit is wel dat we gewoon in een rottige wereld leven en het de kunst is je kind daar zo weerbaar mogelijk voor te maken. Ik geloof absoluut niet dat een kind dat naar de opvang gaat, niet weerbaar gemaakt kan worden of minder van gehouden wordt ect… De kerk staat in het midden, dat denk ik.
Het is wetenschappelijk aangetoond, dat een baby de eigen moeder uit duizenden herkend. Evenzo dat een baby de eerste zeven, acht a negen maanden het lichaam van de moeder nog als het eigen lichaam ervaart. De baby in die periode van de eigen moeder scheiden, betekent voor die baby dus letterlijk een ervaring van verscheurd worden! Besef dat eens!
Er is dus maar één hechtingspersoon voor elke baby.
Een surrogaat-hechtingspersoon betekent dus: voor de gek gehouden worden.
Daarom, gelukkig Maureen, dat je er zelf voor je kindjes bent geweest; en dat is nog zachtjes uitgedrukt, vind ik. En zeker, @Amber, als je geen keuze hebt … onze maatschappij lijkt eerder voor afscheiding dan voor vereniging te zijn. (Westerse) Overheden hebben het leven opzettelijk zó duur gemaakt, dat ouders wel met hun tweeën móeten werken; althans, dat is míjn mening.
@Mama_Mo; “maar met hetzelfde diploma”. Moeder-zijn, is dat gebaseerd op een diploma??? Hoe ver zijn wij van onze menselijke natuur afgedwaald? En waarom wil iemand zo graag de moederband van een baby overnemen? Met welke reden?
Waarom wil een moeder niet genieten van haar eigen kindje? Waarom wil een moeder haar eigen kindje niet zien opgroeien, dag na dag? Waarom wil een moeder haar eigen kindje niet het beste van haar zelf geven? waarom staat een moeder haar eigen kindje zo maar af? Is het niet haar éigen kindje, komt het immers niet uit haar eigen buik? UIT HAAR ZÉLF! De auto, die bij de dealer is gekocht(!), wordt vaak nog moeilijker uitbesteed, uitgeleend dan …..
Een kind vanaf 3½ à 4 jaar naar school, lijkt een enigszins redelijke leeftijd; beter nog vanaf ongeveer 7 jaar. Maar dat laatste past natuurlijk al helemáál niet in onze vigerende sociaal-maatschappelijke opvatting.
Mijn kindje vond het vreselijk bij het kinderdagverblijf. Helaas kwam ik hier pas achter toen ze begon te praten (“nee mama, ik wil niet naar de juf”)… En dan heb ik nog geluk gehad dat ze het kon, mocht en durfde aangeven! Nu gaat ze 2 middagen per week naar de buurvrouw (ik had een goed gevoel bij haar en ben gewoon naar haar toegestapt of ze wilde gaan oppassen). Dit vindt ze acceptabel. Ik merk nog steeds dat mijn kind moet herstellen. Ook ik moet werken voor een inkomen, maar uit bovenstaande blijkt dat je wel degelijk een keuze hebt, ook als je niet thuis kunt blijven! Al met al heb ik dus aan den lijve ondervonden wat deze groep psychologen adviseren.
Groetjes, Heleen
Dit artikel uit het katholiek dagblad is niet objectief. Het wetenschappelijk onderzoek waar naar verwezen wordt gaat over de consequenties van kinderen met een reactieve hechtinsstoornis. Dit zijn kinderen die langdurig verwaarloosd en mishandeld zijn. Dhr. Bowlby vermoedt dat de consequenties voor kinderen die op een kinderopvang zitten vergelijkbaar zijn. Dit is echter pure speculatie waarvoor geen enkel bewijs is en wat ook niet aannemelijk lijkt. Het feit dat de bron het katholiek dagblad is, geeft wel aan dat de auteur niet puur vanuit een wetenschappelijk kader, maar ook vanuit geloofsovertuiging schreef. Het feit dat dit artikel op deze website staat, geeft dus aan dat deze website ook duidelijk aan geloofsbelijdenis doet. Prima, maar presenteer het niet als wetenschap.
[…] https://www.natuurlijkouderschap.org/te-vroege-kinderopvang-schaadt-voor-het-leven/comment-page-1/#co… […]
Ik mis ook een objectieve kijk naar de voordelen van kinderopvang. Wij maken gebruik van 1 dag kinderopvang in de week en steken als ouders energie in de binding met de leidsters, het kinderdagverblijf zelf en andere ouders(o.a. door deelname in oudercommissie) waardoor je ook SAMEN werkt aan de ontwikkeling van de kinderen. Daarbij is het KDV bij ons kleinschalig (ons kent ons). De wereld van vroeger is gewoon anders dan de wereld van nu. Als je niet aan je eigen ontwikkeling blijft werken kan je daar ook ongelukkig van worden wat zich kan doorwerken naar je kinderen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel mijn bedenkingen heb bij kinderen die voor min. 3 dagen naar de opvang gaan.
Jammer dat veel ouders hun kop in het zand steken en hun carrière belangrijker vinden dan het welzijn van hun kind. Tot 3 jaar moet er ten alle tijde één van beide ouders aanwezig zijn, dat lijkt mij niet meer dan normaal. De eerste 3 jaar van een mensenleven zijn zoooo belangrijk voor later. Als je kiest voor een kind kies je er voor om het op te voeden lijkt me. Ook de overheid laat het op dit punt afweten. Schande! Tijd dat dat gaat veranderen.
Zelf was ik niet voor kinderopvang, mijn gevoel. Ik ben blij en heb het geluk dat een schoonoeder en zus op kunnen passen. Het is niet zo dat t iedere opvangkind beschadigt, maar denk voor vele dat het niet een verbetering is. Maar ja je moet helaas bijna wel samen werken. Een voordeel van opvang is, dat er controle is en gastouder hopen dat het een betrouwbaar persoon is! Goed opletten watvoor signalen je kind afgeeft, waar het ook is!!
Ik heb het voordeel gehad dat ik psychologie had gestudeerd voordat ik moeder werd, en dus al kennis had van de ontwikkeling van jonge kinderen. Met twee academische titels op zak en (zelfs in deze economische crisis) ongekende mogelijkheden in succesvolle carrière, heb ik vanaf de geboorte van mijn kind gekozen voor een baan ver onder mijn niveau om part-time te kunnen werken. En, ik wil niet zeggen dat het een makkelijke keuze is, maar het gaat wel om prioriteiten stellen. Ik heb liever een vrolijk, gezond en sociaal goed ontwikkeld kind, dan een (extra) auto, tweede flatscreen of kleding van de nieuwste mode.
Een mens wordt tegenwoordig al gauw 70 jaar. Als je je bedenkt dat je slechts 3 jaar hoeft te investeren in een succesvol mensenleven, is dat 3-jaarstermijn marginaal.
NB. Mijn zoon is nu inmiddels 9 maanden.En natuurlijk mis ik mijn oude leven en de luxe. Maar in dat soort situaties bedenk ik me dat mijn moeder ook hetzelfde voor mij heeft gedaan. En daarvoor ben ik haar altijd ontzettend dankbaar geweest.
Ik had graag eerder over dit onderzoek gehoord, maar ben er door schade en schande zelf achter gekomen hoe slecht een reguliere crèche voor kleine kinderen is. Toen mijn dochtertje 9 maanden was begon zij op een crèche. Na een half jaar begon zij steeds duidelijker stress klachten te ontwikkelen: om de dag moest zij s avonds als ze net in bed lag overgeven. Pas daarna was ze ontspannen en kon ze slapen. Ik begreep lang niet waar het door kwam, maar nog iets later begon zij ook hard te gillen als we alleen al in de buurt van de crèche fietste: “nee, nee, niet naar de crèche!” Zodra we gestopt waren bij deze crèche en ik een goede gastouder voor haar had gevonden stopte het overgeven ook en had ik weer een vrolijk en gezond kind terug.
Ik voel me er achteraf heel slecht over dat ik haar überhaupt naar een reguliere crèche heb gebracht en hoop maar dat zij er niet door is beschadigd.
[…] kinderen enkele dagen per week bij andere mensen onderbrengen, los van vader en moeder. Er is onderzoek dat uitwijst dat je kleine kinderen beter niet vóór hun tweede levensjaar naar een crèche kunt […]